De tegenbewijsregeling in box 3 stelt belastingplichtigen in staat aan te tonen dat het werkelijke rendement op hun vermogen lager is dan het forfaitaire rendement. Voor de bezittingen van een minderjarig kind geldt dat deze worden toegerekend aan de ouders.
Voor de toepassing van het werkelijke rendement in het jaar waarin een kind 18 jaar wordt, geldt dat het rendement tot de verjaardag van het kind wordt toegerekend aan de ouders. Het werkelijke rendement ná de verjaardag kan niet meer aan de ouders worden toegerekend, maar telt formeel ook niet meer bij het kind zelf voor dat jaar.
Deze benadering sluit aan bij arresten van de Hoge Raad die aangeven dat het werkelijk rendement zoveel mogelijk moet aansluiten bij het economische rendement over het hele jaar. De Kennisgroep van de Belastingdienst heeft op 21 juli 2025 een standpunt gepubliceerd ter verduidelijking van de bestaande regels. Dit standpunt betekent geen wijziging van de wet, maar een uitleg van de toepassing ervan.
Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.