Box 3 volgens de huidige wettelijke regeling
Als de binnenlandse belastingplicht begint of eindigt gedurende het kalenderjaar, wordt meestal uitgegaan van de rendementsgrondslag op de peildatum. Het voordeel uit sparen en beleggen wordt dan naar rato van tijd berekend.
Bij overlijden van de belastingplichtige wordt echter geen tijdsevenredige berekening gemaakt. Het voordeel uit sparen en beleggen wordt dan over het hele kalenderjaar berekend en volledig toegerekend aan de overledene.
Voor erfgenamen geldt dat het geërfde vermogen pas op de eerstvolgende peildatum meetelt bij hun rendementsgrondslag. In het jaar van overlijden blijft het geërfde vermogen dus buiten de box 3-heffing.
Werking van de tegenbewijsregeling
Onder de Wet tegenbewijsregeling box 3 kan een belastingplichtige aantonen dat het werkelijke rendement op bezittingen en schulden in een kalenderjaar lager is dan het forfaitair berekende voordeel uit sparen en beleggen.
Er zijn regelmatig vragen over de toepassing van deze regeling bij overlijden tijdens het kalenderjaar. De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft hierover een standpunt ingenomen:
Bij de tegenbewijsregeling telt het werkelijke rendement mee over de gehele periode, zonder uitzondering voor overlijden. Erfgenamen die van deze regeling gebruikmaken, moeten dus ook het rendement aangeven vanaf de datum van overlijden tot het einde van het jaar.
Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.