Op 6 juni 2024 heeft de Hoge Raad bepaald dat het werkelijk rendement op vermogen moet worden belast, in plaats van het forfaitaire rendement zoals dat nu in de wet staat. De wetgever heeft daarom besloten belastingplichtigen tegemoet te komen die een lager rendement hebben behaald dan het wettelijk forfaitair rendement. Met de Wet Tegenbewijsregeling

In de nog op te leggen definitieve aanslagen inkomstenbelasting tot en met 2024 is het werkelijk rendement van box 3 niet verwerkt.De aanslagen worden vastgesteld op basis van de huidige wetgeving; voor box 3 betekent dit een forfaitair rendement over het vermogen per 1 januari van dat jaar. Hoe ziet het vervolgtraject eruit? In de

Voor voorwerpen van kunst of wetenschap – zoals schilderijen, etsen, prenten, tekeningen, beeldhouwwerken, antiek, muziekinstrumenten van befaamde bouwers, porselein en serieuze (naar filatelistische of numismatische normen goed geordende) postzegel- en muntenverzamelingen – geldt in box 3 een expliciete vrijstelling. Ook ‘gewone’ verzamelingen, zoals modeltreinen, miniatuurauto’s, suikerzakjes of sigarenbandjes, zijn vrijgesteld zolang deze verzamelingen voor eigen

De belangrijkste vrijstellingen voor box 3 zijn: Deze vrijstellingen zorgen ervoor dat bepaalde bezittingen of delen van het vermogen niet meetellen voor de vermogensrendementsheffing in box 3. Welke rechten zijn vrijgesteld? Rechten op uitkeringen uit levensverzekeringen zijn tot een bedrag van € 8.665 per persoon vrijgesteld, mits deze uitkeringen uitsluitend eindigen bij het overlijden van

In december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het gebruik van forfaitaire regelingen voor het vaststellen van het box 3-inkomen in de Wet inkomstenbelasting 2001 in strijd is met het discriminatieverbod en het eigendomsrecht uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het forfaitaire stelsel hield geen rekening met het werkelijke rendement

Medio juli van dit jaar wordt het formulier ‘Opgave Werkelijk Rendement Box 3’ beschikbaar gesteld. Met dit formulier kan een belastingplichtige aangeven of het werkelijk behaalde rendement in een jaar lager is dan het forfaitaire rendement dat volgens de huidige wet geldt. Op dit moment behandelt de Tweede Kamer een speciale Wet Opgave Werkelijk Rendement.

Als er sprake is van een zakelijke huurovereenkomst, kan de onderverhuur worden opgenomen tegen een waarde van nihil in box 3. Als de overeengekomen vergoeding niet zakelijk is en de betalingstermijnen niet regelmatig vervallen en/of de betalingstermijnen betrekking hebben op een tijdvak van meer dan een jaar, is de fiscale waardering anders. In dat geval

In het verleden zijn fiscale voordelen ingevoerd om particulieren te stimuleren kapitaal te investeren in duurzame projecten. Dit gebeurde via door de overheid erkende groenfondsen, die bijvoorbeeld investeren in milieuvriendelijke energiebronnen, duurzaam bouwen en natuurbescherming. De fiscale voordelen bestonden uit een vrijstelling in box 3 en het verstrekken van een extra heffingskorting, de groene heffingskorting.

De Hoge Raad heeft op 20 december 2024 een belangrijke uitspraak gedaan over de vakantiewoning die in een jaar niet wordt verhuurd. Er zijn dan geen huurinkomsten en dus kan er geen voordeel worden belast. Wel moet de waardestijging van 31 december ten opzichte van 1 januari in een jaar als werkelijk rendement worden meegenomen.De