voor vermogende particulieren, bedrijven & DGA’s en ondernemers

Welke fiscale tips zijn er vóór 31 december 2025?

Met het einde van 2025 in zicht bieden deze tips praktische kansen voor optimalisatie in box 3, loon, lenen en dividend.

Peildatumarbitrage box 3

De peildatum in box 3 is 1 januari. Als het box 3-vermogen van een belastingplichtige op die datum alleen uit spaargeld bestaat, dan betaalt deze belastingplichtige minder box 3-belasting dan een belastingplichtige die (ook) overige bezittingen heeft. Is er op de peildatum geen box 3-vermogen, dan is er in principe geen heffing in box 3 mogelijk.

Dit biedt de volgende mogelijkheden tot belastingarbitrage:

  • Voor de peildatum worden overige bezittingen verkocht en na de peildatum worden deze overige bezittingen weer gekocht. Dat noemen we peildatumarbitrage.
  • Voor de peildatum wordt vermogen uit box 3 verplaatst naar box 1 of box 2 en de peildatum wordt het vermogen weer naar box 3 gehaald.
  • Voor beide vormen van belastingarbitrage zijn er echter antimisbruikbepalingen in de Wet IB 2001 opgenomen.

Let opdeze antimisbruikbepalingen vervallen in de Wet werkelijk rendement box 3, omdat de peildatum van 1 januari in de Wet werkelijk rendement box 3 niet meer van belang is.

Aanpassen gebruikelijk loon

Het in aanmerking te nemen loon wordt ten minste gesteld op het hoogste van de volgende bedragen:

  1. het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;
  2. het hoogste loon van de overige werknemers van de vennootschap of een daarmee verbonden lichaam;
  3. € 56.000 (2025 en 2024).Voor het jaar 2026 moet dit bedrag nog officieel worden vastgesteld.

De vraag of in een concreet geval een salaris kan worden geacht te voldoen aan het ‘gebruikelijk-loonvereiste’ kan aan de inspecteur worden voorgelegd. Onder omstandigheden kan de zekerheid voor meerdere jaren worden verkregen. De inspectie beslist binnen acht weken, indien gewenst bij vaststellingsovereenkomst. Het gebruikelijk loon is ook van toepassing op de partner van de DGA.

Anticipeer op excessief lenen

Voor zover de DGA meer van zijn vennootschap heeft geleend dan € 500.000 (2023 € 700.000), moet hij daarover in box 2 afrekenen. De eerste peildatum was 31-12-2023. Het meerdere boven de genoemde bedragen wordt als fictief regulier voordeel in box 2 in aanmerking genomen.

Eigenwoningschulden van de ab-houder en zijn partner zijn uitgezonderd als voor deze schulden hypothecaire zekerheid aan de vennootschap is verstrekt. Deze hypotheekeis geldt niet voor op 31-12-2022 bestaande eigenwoningschulden.

Ondanks het fictieve reguliere voordeel blijft de vordering/schuld als zodanig intact. De BV moet de rente als winst blijven verantwoorden. De schuld valt bij de DGA in de meeste gevallen in box 3.

Benut 24,50% ab-tarief

In 2025 bedraagt het box 2-tarief voor bedragen tot € 67.804 24,5% en voor bedragen daarboven 31%. In 2026 blijven de tarieven gelijk, maar wordt de grens voor het lage tarief verhoogd naar € 68.843.

In geval van fiscale partners kan door een 50/50-toerekening in 2025 ieder de 1e schijf tot € 67.804 benutten en kan dus € 135.608 tegen het lage tarief uit de vennootschap worden gehaald. In 2026 bedraagt dit bedrag in totaal € 137.686. Het voordeel in euro’s bedraagt dan € 8.815 (in 2026 € 8.950).

Als ze het geld in privé niet nodig hebben of vanwege box 3 niet wensen, kunnen ze het netto-dividend als agio terugstorten in de BV dan wel teruglenen aan de BV (tbs-vordering). Voordeel van teruglenen is dat bij aflossing geen gang naar de notaris is vereist, wat wel is vereist voor een (onbelaste) teruggaaf van aandelenkapitaal. Nadeel van teruglenen is dat een zakelijke rente moet worden gerekend die in box 1 wordt belast (en aftrekbaar bij de BV).

Opnieuw bekijken auto van de zaak of privé

Ondanks de emotionele problemen die veel belastingbetalers met de bijtelling hebben, is het forfait vaak gunstiger dan het opvoeren van € 0,23 per kilometer. Grosso modo kan worden gesteld dat zakelijk etiketteren gunstiger is dan privé etiketteren in de navolgende situaties:

  • bij een nieuwe auto (hoge waardevermindering);
  • bij relatief veel privégebruik;
  • bij relatief weinig zakelijke kilometers;
  • bij een relatief lage cataloguswaarde.

Als men in 2025 met tegenbewijsregeling wil beginnen, voorbereidingen treffen voor km-administratie met ingang van 1 januari.

Schenking ab-aandelen

Schenking van ab-aandelen kwalificeert voor de bedrijfsopvolgingsregeling in de successiewet (BOR) voor zover sprake is van ondernemingsvermogen en aan de bezits- en voortzettingseis is voldaan. De vrijstelling bedraagt 100% voor de eerste € 1,5 mln; daarboven 75% .De grens van € 1,5 mln. geldt per onderneming, niet per begiftigde. De schenkbelasting wordt nagevorderd als binnen de 5-jaarsperiode wordt verkocht.

Bij schenking van ab-aandelen vindt onder voorwaarden doorschuiven van de ab-claim plaats, art. 4.17c Wet IB 2001 (ondernemingsvermogen).

Met ingang van 1 januari 2025 is de eis dat de begiftigde gedurende 36 maanden voorafgaand aan de schenking in dienst is geweest van de BV (of van een met die BV gelieerde BV), vervallen. In plaats hiervan is een minimumleeftijd van 21 jaar gekomen.

Forceren aanmerkelijk belang-verlies

Een verlies uit aanmerkelijk belang is verrekenbaar in box 2 en bij beëindiging van de ab-positie via een tax credit (belastingkorting) in box 1 Deze verrekenmogelijkheid kan een bepaalde waarde vertegenwoordigen. Het kan een goed advies zijn deze mogelijkheid naar voren te halen door de BV te liquideren. De activiteiten kunnen eventueel als IB-onderneming worden voortgezet (ruisende terugkeer uit de BV).

Overdracht van de aandelen aan de kinderen kan een goede methode zijn om het verlies te realiseren. Art. 4.24 lid 4 Wet IB 2001 stelt daarbij de eis dat het gehele belang overgaat.

Giften via bv

Dga’s mogen hun ‘persoonlijke giften’ via de BV laten lopen, hetgeen fiscaal gunstig kan zijn. BV’s mogen tot 50% van de belaste winst aan giften aftrekken met een maximum van € 100.000. Tot een bedrag van € 5.000 mag het aftrekbare bedrag worden vermenigvuldigd met 1,5 voor zover het giften aan culturele instellingen betreft. Die instellingen vindt u in de ANBI-lijst. Bedenk bij dit advies dat als de BV in een jaar een verlies lijdt, er geen aftrekpost VPB is (enkel een besparing van toekomstige box 2-heffing). De VPB- aftrekpost kan in komende jaren ook niet worden ingehaald.

Voor de aftrek van giften in de inkomstenbelasting geldt een drempel van 1% en een plafond van 10% van het verzamelinkomen vóór aftrek van de persoonsgebonden aftrek. Voor periodieke giften (minimale looptijd 5 jaar) geldt geen drempel maar wel een maximum van € 1,5 mln. per huishouden per jaar.

Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.