voor vermogende particulieren, bedrijven & DGA’s en ondernemers

Wat is inlenersaansprakelijkheid?

Inlenersaansprakelijkheid betekent dat de opdrachtgever (inlener) hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor niet-betaalde loonheffingen en btw die de uitlener eigenlijk had moeten afdragen over het door hem uitgeleende personeel. Het gaat om een vorm van ketenaansprakelijkheid: als de uitlener zijn fiscale verplichtingen niet nakomt, kan de Belastingdienst de verschuldigde bedragen bij de inlener innen.​

De regeling geldt bij het inlenen van personeel: een uitlener (zoals een uitzendbureau, payrollbedrijf of detacheerder) stelt werknemers ter beschikking aan een inlener, terwijl deze werknemers onder leiding en toezicht van de inlener werken. De inlenersaansprakelijkheid ziet op de loonheffingen over het loon van de ingeleende werknemers én op de btw die de uitlener moet afdragen over de aan de inlener gefactureerde prestaties.​

Primair is de uitlener inhoudingsplichtig en aansprakelijk voor de loonheffingen en btw, maar als hij tekortschiet kan de Belastingdienst de inlener hoofdelijk aansprakelijk stellen. De regeling strekt zich uit over de hele keten: naast de inlener kan ook een doorlener (die zelf inleent en weer doorleent) aansprakelijk worden gesteld voor dezelfde loonheffingen en btw.

Voorkomen en beperken van inlenersaansprakelijkheid

De Belastingdienst kan de inlener volledig vrijwaren (disculpatie) als aan een aantal voorwaarden is voldaan. Belangrijk is dat de uitlener SNA-gecertificeerd is (NEN 4400-1 of 4400-2, opgenomen in het SNA-register) en dat de inlener het voorgeschreven percentage van het factuurbedrag (veelal 25%, of 20% bij verlegde btw) op de g-rekening van de uitlener stort.​

Een inlener is nooit aansprakelijk voor bestuurlijke boetes en belastingrente die de Belastingdienst aan de uitlener oplegt; die blijven bij de uitlener. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid verminderd met bedragen die aantoonbaar zijn betaald op een g-rekening en met loonheffingen en btw die de uitlener alsnog heeft voldaan; voor dat deel kan de inlener dus niet meer worden aangesproken.​

Wetswijziging: vereenvoudigde inlenersaansprakelijkheid vanaf 2027

Aan een aantal voorwaarden moet zijn voldaan. Belangrijk is dat de uitlener SNA-gecertificeerd is (NEN 4400-1 of 4400-2, opgenomen in het SNA-register) en dat de inlener het voorgeschreven percentage van het factuurbedrag (meestal 25%, of 20% bij verlegde btw) stort op de g-rekening van de uitlener.

Een inlener is nooit aansprakelijk voor bestuurlijke boetes en belastingrente die de Belastingdienst aan de uitlener oplegt; die blijven altijd voor rekening van de uitlener. Daarnaast wordt de aansprakelijkheid verminderd met bedragen die aantoonbaar zijn betaald op een g-rekening en met loonheffingen en btw die de uitlener alsnog heeft voldaan. Voor dat deel kan de inlener dus niet meer worden aangesproken.

Vanaf 2027 wordt de regeling voor inlenersaansprakelijkheid vereenvoudigd. De Belastingdienst hoeft dan niet langer een gedetailleerd onderzoek te doen naar de werkelijke omvang van de aansprakelijkheidsschuld van de inlener. In plaats daarvan geldt een rechtsvermoeden: de verschuldigde loonbelasting, sociale premies en btw van de uitlener of doorlener worden geacht 35% te bedragen van het factuurbedrag dat aan de inlener is gefactureerd.

De Belastingdienst kan de inlener direct aansprakelijk stellen voor maximaal 35% van de factuurbedragen, zonder eerst te onderzoeken wat de uitlener precies verschuldigd is aan loonheffingen en btw. Bedragen die de inlener op de g-rekening van de uitlener of doorlener heeft gestort, worden in mindering gebracht op deze aansprakelijkheidsschuld van 35%. Als de inlener minder dan 35% heeft gestort, blijft hij aansprakelijk voor het verschil tussen 35% en het daadwerkelijk gestorte bedrag.

Naast het rechtsvermoeden over de hoogte van de schuld wordt een tweede vermoeden ingevoerd: een onderneming die is ingeschreven in het openbare Waadi-register (toegankelijk via de Waadi-check) wordt verondersteld een uitlener te zijn in de zin van de fiscale inlenersaansprakelijkheidsregeling. Dit maakt het voor de Belastingdienst eenvoudiger om vast te stellen wanneer sprake is van een inleensituatie waarop de aansprakelijkheidsregeling van toepassing is.

Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.