In 2025 bedraagt het box 2-tarief voor bedragen tot € 67.804 24,5%, en voor bedragen daarboven geldt 31%. In 2026 blijven deze tarieven gelijk, maar wordt de grens voor het lage tarief verhoogd naar € 68.843.
Bij fiscale partners kan door een 50/50-toerekening in 2025 elke partner de eerste schijf tot € 67.804 benutten. Dit betekent dat gezamenlijk maximaal € 135.608 tegen het lage tarief uit de vennootschap kan worden gehaald. In 2026 stijgt dit gezamenlijke maximum naar € 137.686. Het voordeel van het benutten van de lage schijf bij een hoge dividenduitkering bedraagt ongeveer € 8.815 in 2025 en circa € 8.950 in 2026.
Let op: effect op algemene heffingskorting en toeslagen
Sinds 2025 is het verzamelinkomen bepalend voor de afbouw van de algemene heffingskorting, die met 6,3%-punt wordt verlaagd. Het box 2-inkomen telt dus mee en niet alleen het box 1-inkomen. De algemene heffingskorting loopt in 2025 af vanaf een verzamelinkomen van € 28.406 (in 2026: € 29.736) en wordt nihil bij een verzamelinkomen van € 76.817 (in 2026: € 78.426).
Een voorbeeld:
Een dga die een gebruikelijk loon van € 56.000 hanteert (volgens art. 12a Wet LB 1964) zal circa € 20.000 aan dividenduitkering (van maximaal € 67.804 in 2025) effectief belast zien tegen 24,5% plus 6,3%, oftewel 30,8%, door de extra afbouw van de algemene heffingskorting. Dit tarief ligt daarmee bijna gelijk aan het algemene box 2-tarief van 31%.
Een vergelijkbaar effect kan optreden bij de fiscale partner met een dividenduitkering van € 67.804 (in 2025). Heeft deze partner een box 1-inkomen tussen € 28.406 (2026: € 29.736) en € 76.817 (2026: € 78.426), dan geldt ook voor een deel van diens dividenduitkering een effectief tarief van circa 30,8% in plaats van alleen 24,5%.
Daarnaast is het belangrijk om te letten op de invloed van een dividenduitkering op toeslagen. Voor toeslagen is altijd het verzamelinkomen bepalend, en dat geldt ook voor box 2-dividend. Een hogere dividenduitkering kan daardoor het recht op toeslagen verminderen of zelfs laten vervallen. Zo kan een dividenduitkering van € 67.804 (in 2026: € 68.843) er bijvoorbeeld toe leiden dat een deel van de ontvangen kinderopvangtoeslag moet worden terugbetaald.
Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.