Box hoppen betekent in de inkomstenbelasting dat bezittingen worden verplaatst van de ene box naar een andere. Dit doet u om in een gunstigere box te vallen voor de forfaitaire berekening van de belasting.
De forfaitaire percentages zijn ongeveer als volgt:
- Voor banktegoeden en vergelijkbare bezittingen in box 3 wordt in 2026 een percentage van circa 2,5% verwacht (nog niet definitief).
- Voor beleggingen (overige bezittingen) is dat percentage vastgesteld op 7,78%.
Daarom kan het aantrekkelijk zijn om vermogen tussen deze categorieën te verplaatsen.
Soms is het ook verstandig om vermogen onder te brengen in een eigen Beleggings-BV en daaruit rendement te behalen. Dit is vooral relevant omdat vanaf 1 januari 2028 volgens een nieuw wetsvoorstel in box 3 het werkelijk gerealiseerde rendement wordt belast. Hierbij worden ook niet-gerealiseerde waardestijgingen meegenomen, behalve voor vastgoed.
Wat is peildatumarbitrage?
Peildatumarbitrage is een manier van box hoppen waarbij particulieren rondom de peildatum van 1 januari tijdelijk het vermogen aanpassen om de belastingdruk te verlagen. Bijvoorbeeld: vlak voor 1 januari verkoopt u beleggingen met een hoog forfaitair rendement en houdt dat bedrag als spaargeld aan (wat lager wordt belast). Na de peildatum koopt u de beleggingen weer terug.
Om dit te voorkomen heeft de wetgever antimisbruikmaatregelen ingesteld. Als binnen drie maanden vóór of na 1 januari vermogen wordt omgezet en daarna weer teruggezet, kan dit worden gezien als peildatumarbitrage. De Belastingdienst kan dan het belastingvoordeel corrigeren.
Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.