voor vermogende particulieren, bedrijven & DGA’s en ondernemers

Wat zijn de eisen waaraan een administratie moet voldoen?

Kernverplichtingen volgens artikel 52 AWR

Artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) stelt drie hoofdverplichtingen aan de administratie van belastingplichtigen:

  • Er moet een zodanige administratie worden gevoerd en de benodigde boeken, bescheiden en gegevensdragers moeten worden bewaard, zodat te allen tijde alle rechten, verplichtingen en relevante gegevens voor de belastingheffing ondubbelzinnig uit de administratie blijken (administratie- en bewaarplicht).
  • De administratie en gegevensdragers moeten zodanig zijn ingericht en bewaard dat de belastinginspecteur binnen een redelijke termijn controle kan uitvoeren. Daarbij is volledige medewerking verplicht, met inzicht in de opzet en werking van de administratie (medewerkingsplicht).
  • De basisgegevens van de administratie moeten ten minste zeven jaar worden bewaard; gegevens over onroerende zaken zelfs tien jaar (bewaartermijn).

Deze verplichtingen gelden voor alle administratieplichtigen, zoals ondernemers, vennootschappen, stichtingen en verenigingen. De inrichting van de administratie moet passen bij de aard en omvang van het bedrijf of beroep, maar altijd voldoende detail bevatten voor belastingcontrole.

Wat is omkering van de bewijslast?

In principe ligt de bewijslast bij de Belastingdienst wanneer die en de belastingplichtige verschillende opvattingen hebben. In bepaalde situaties kan deze bewijslast worden omgekeerd. Dit gebeurt wanneer niet aan de eisen van artikel 52 AWR wordt voldaan, bijvoorbeeld bij een onvolledige administratie of ontbrekende onderdelen. Bij omkering hoeft de Belastingdienst niet meer precies te bewijzen hoe hoog de belastbare winst was. De belastingplichtige loopt dan het risico dat de aanslag wordt gehandhaafd, tenzij hij overtuigend het tegendeel kan aantonen. Dit is een bewijssanctie omdat de Belastingdienst door onvoldoende administratie niet met een normale controle voldoende feiten kan vaststellen.

Informatiebeschikking en bewijslast

Een tweede mogelijkheid tot omkering van de bewijslast ontstaat bij een onherroepelijke informatiebeschikking. Sinds 1 juli 2011 is deze mogelijkheid opgenomen in de AWR. In een informatiebeschikking legt de inspecteur vast dat de belastingplichtige niet voldoet aan zijn informatie-, administratie- of bewaarplicht (artikelen 47 en 52 AWR).

Als de belastingplichtige geen bezwaar maakt tegen deze beschikking, of deze na bezwaar en beroep onherroepelijk wordt vastgesteld, kan de bewijslast worden omgekeerd, mits de geconstateerde gebreken dit rechtvaardigen.

Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven vermelde datum.