Bij de geruisloze omzetting van een eenmanszaak naar een BV kunnen ondernemers hun oudedagsvoorziening in de vorm van een levenslange lijfrente in de BV onderbrengen. Deze levenslange lijfrente hoeft echter niet altijd levenslang te blijven; onder bepaalde voorwaarden mag deze worden omgezet in een tijdelijke lijfrente. Dit is bijvoorbeeld wenselijk wanneer de BV wordt opgeheven, want de lijfrenteverplichting moet dan worden overgedragen aan een verzekeringsmaatschappij. Vanwege het lage renteniveau kan dit in de praktijk kostbaar zijn. Daarom kiest men vaak voor jaarlijkse berekeningen die uitgaan van een levenslange uitkering.
De Kennisgroep bevestigde in 2023 dat een reeds ingegane levenslange lijfrente mag worden omgezet naar een tijdelijke lijfrente, mits deze tijdelijke lijfrente voldoet aan de geldende fiscale voorwaarden (standpunt KG:070:2023:10 van 30 juni 2023).
Belangrijke voorwaarden voor deze omzetting zijn:
- De tijdelijke lijfrente moet minimaal vijf jaar duren.
- De maximale jaarlijkse uitkering bedraagt € 26.781 (jaarcijfer 2025).
- De omzetting mag ingaan vanaf het jaar 2023.
- Na omzetting en afloop van de tijdelijke lijfrente kan de BV worden opgeheven.
Zo kan een levenslange lijfrente in de BV onder voorwaarden worden omgezet naar een tijdelijke lijfrente, waardoor het opheffen van de BV eenvoudiger en vaak goedkoper wordt.
Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.