Tot en met 2023 was het mogelijk om lijfrentepremies af te trekken in het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikte. Sinds 1 juli 2023 geldt de Wet toekomst pensioenen (WTP), waarin is vastgelegd dat het aftrekken van lijfrentepremies mogelijk blijft tot en met het vijfde jaar na afloop van het jaar waarin u de AOW-leeftijd bereikt.
Deze wijziging biedt extra kansen om uw pensioen aan te vullen, vooral als u nu voldoende liquiditeiten hebt, maar verwacht dat uw toekomstige pensioen ontoereikend zal zijn. Het is daarbij wel belangrijk elk jaar te controleren of u nog binnen die periode van vijf jaar na de AOW-leeftijd valt.
Lijfrenteaftrek en voldoende jaar- of reserveringsruimte
Voor optimaal gebruik van de lijfrenteaftrek is het noodzakelijk dat u voldoende jaarruimte of reserveringsruimte heeft. Dit is de ruimte over het lopende jaar of over voorgaande jaren waarin u geen (volledig) gebruik heeft gemaakt van de aftrek.
Uw pensioenfonds verstrekt jaarlijks een opgave van de pensioenaanwas van het voorgaande jaar, de zogenaamde factor A. Deze waarde is nodig om uw jaarruimte te berekenen. Daarnaast bestaat er een reserveringsruimte, die recht geeft op aftrek van onbenutte ruimte van de afgelopen tien jaar. Ook deze ruimte kunt u nog volledig benutten.
Tip: gebruik de rekentool van de Belastingdienst om de jaar- en reserveringsruimte door te rekenen: Hoe bereken ik mijn jaarruimte voor aftrek van lijfrente? | Belastingdienst
Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.