voor vermogende particulieren, bedrijven & DGA’s en ondernemers

Wat zijn de voor- en nadelen van starten met één BV ten opzichte van een holdingstructuur?

Veel ondernemers overwegen om hun activiteiten onder te brengen in een BV. In veel gevallen wordt geadviseerd om direct een holdingstructuur op te zetten. Een holdingstructuur brengt extra jaarlijkse kosten met zich mee, maar biedt ook voordelen voor de toekomst.

Een holdingstructuur kan bijvoorbeeld handig zijn als u in de toekomst de onderneming in de Werk BV wilt verkopen. Bij verkoop van de aandelen in de Werk BV komt de opbrengst onbelast binnen in de Holding BV, dankzij de deelnemingsvrijstelling binnen de vennootschapsbelasting. Als u de onderneming zonder holding zou verkopen, wordt de meerwaarde wél belast met vennootschapsbelasting.

Daarnaast kunt u via een holdingstructuur vermogen in de Holding BV apart zetten van de risico’s van de activiteiten in de Werk BV. Ook kan (een bestaand of toekomstig) bedrijfspand in de Holding BV worden ondergebracht. Mocht de Werk BV failliet gaan, dan raakt dit de Holding BV alleen als de Holding als bestuurder aansprakelijk wordt gesteld.

Overige aandachtspunten voor de keuze

  • Door twee BV’s te gebruiken kunt u profiteren van het lagere opstaptarief in de vennootschapsbelasting: over de eerste €200.000 belastbaar bedrag betaalt u 19%, daarboven geldt een tarief van 25,8%.
  • Voor bedrijfsopvolging is een holdingstructuur vaak praktischer.
  • Bij vrije beroepsactiviteiten wordt bij overdracht meestal met activa-transacties gewerkt en is een holdingstructuur minder aantrekkelijk.
  • Als meerdere ondernemers willen samenwerken, is een eigen holding interessant: ieder kan via zijn of haar eigen holding het eigen salaris en beleid bepalen.
  • Nadeel van een holdingstructuur zijn de extra administratieve kosten (denk aan meer administratie, jaarrekeningen en aangiften vennootschapsbelasting).

Laat u goed adviseren over de meest geschikte structuur voor uw situatie, gezien de fiscale en praktische gevolgen.

Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.