Op grond van artikel 7:292 BW heeft een huurder van een bedrijfsruimte in principe recht op een huurtijd van twee keer vijf jaar.
Na afloop van de eerste periode van vijf jaar mogen zowel de huurder als de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen. Voor de verhuurder gelden hierbij echter beperkingen: hij kan alleen opzeggen bij (1) slechte bedrijfsvoering door de huurder of (2) dringend eigen gebruik.
Hoe gaat met de opzegging van de huurovereenkomst na 10 jaar?
Na afloop van tien jaar worden de opzegmogelijkheden voor de verhuurder ruimer. De verhuurder kan de huur dan beëindigen op de volgende gronden:
- Slechte bedrijfsvoering door de huurder
- Dringend eigen gebruik
- De huurder weigert een redelijk aanbod voor een nieuwe huurovereenkomst te accepteren
- De verhuurder wil een bestemming conform een geldig bestemmingsplan realiseren op het gehuurde
- De belangen van de verhuurder bij beëindiging wegen zwaarder dan die van de huurder bij voortzetting
Wat zijn de regels voor opzegging door de huurder?
De huurder kan de huur opzeggen tegen het einde van een termijn van vijf of tien jaar, met inachtneming van de opzegtermijn zoals vermeld in de huurovereenkomst; wettelijk is deze termijn minimaal één jaar. Tussentijdse opzegging is in principe niet mogelijk.
Is de huurovereenkomst aangegaan voor onbepaalde tijd (en is de termijn van tien jaar verstreken), dan kan de huurder de huur te allen tijde opzeggen, mits de wettelijke opzegtermijn in acht wordt genomen.
Noot: Het antwoord is gebaseerd op de bij ons bekende wetgeving en jurisprudentie per de hierboven aangegeven datum.